
De Winterwandeling op de Feldberg
Het was een koude ochtend in het Zwarte Woud toen ik mijn wandeling begon, op en rond de Feldberg.
In de zomer was dit voor mij een vertrouwde plek, een plek waar de paden makkelijk te volgen waren en het groen de lucht vulde.
Maar deze keer was alles anders.
De sneeuw bedekte de grond, de lucht was grijs, en de bergen voelden anders aan.
Het was duidelijk dat de winter zijn eigen wetten had.
Ik begon mijn tocht in de vroege ochtend, wetende dat de weersomstandigheden later in de dag slechter zouden worden.
Sneeuw en wind werden voorspeld, en ik had mezelf voorgenomen om de 20 kilometer voor de weersverandering te voltooien.
De eerste kilometers gingen nog redelijk goed. Het was koud, maar de lucht was helder.
Maar toen ik voor de eerste keer de top van de Feldberg bereikte, begon de wind al flink aan te trekken.
En vielen de eerste sneeuwvlokken uit de lucht.
Het uitzicht richting de Alpen was prachtig.
De bergen in de verte waren bedekt met sneeuw, en de lucht was een mengeling van grijs en wit.
Maar toen ik naar de andere kant keek, zicht op het Zwarte Woud, voelde ik de verandering.
Het weer begon om te slaan. De horizon werd donkerder, en ik kon de dreiging al aan de horizon zien aankomen.
Ik stuurde nog net voordien een video boodschap met de woorden : "Ik denk dat dit een epische tocht zal worden."
Niet wettende wat nog komen kwam.
Ik had nog geen enkele andere wandelaar ontmoet, de stilte was indrukwekkend.
De wind werd feller en de sneeuw viel harder.
Terwijl ik verder liep, begon de situatie moeilijker te worden.
De laatste kilometers zouden me opnieuw de berg op leiden, voordat ik in lijn met de kabellift de laatste 2 à 3 kilometer naar beneden zou afdalen.
Maar op dat moment veranderde de situatie radicaal.
Het zicht werd slechter en slechter.
De sneeuw bedekte het pad, en de referentiepunten die ik normaal zo goed kende, waren verdwenen.
De felle wind en sneeuw sneed in mijn gezicht en kon mijn ogen amper open houden.
Ik zag niets meer, alleen een witte leegte rondom me.
Mijn stappen werden onzeker. Ik begon heen en weer te bewegen, op zoek naar het juiste pad, maar zonder enig spoor van waar ik heen moest.
Plots gleed ik enkele meters naar beneden.
Wat later zakte ik weg in de sneeuw, soms tot mijn borst.
Het voelde alsof ik vast zat in een witte wereld, gevangen in een whiteout.
Het was alsof de natuur me uitdaagde, me testte op mijn geduld en vastberadenheid.
De seconden werden minuten, en de minuten leken uren te duren.
Paniek begon zich meester te maken van me. Ik vloekte luid op mezelf.
Hoe had ik me in deze situatie kunnen begeven?
Allerlei gedachten kwamen in me op – over mijn kinderen, mijn vrouw, mijn moeder, mijn overleden vader. Wat als ik niet terug geraak?
Op dat moment voelde ik een kantelmoment.
Niet helemaal in paniek, maar wel op het randje ervan, dwong ik mezelf om stil te staan.
Letterlijk stil staan. De wind snijdend om me heen, de sneeuw in mijn gezicht.
De ademhaling tot rust brengend besloot ik dat ik niet verder zou gaan zonder een plan.
Wat waren mijn opties? Wat moest ik doen als ik niet terug kon keren?
De keuze om te proberen verder te gaan was geen optie.
Ik had de keuze om voor hulp te bellen of om om te draaien en de tocht terug aan te vangen van waar ik kwam.
Ik besloot terug te keren, maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het pad was onzichtbaar, en ik moest puur op mijn GPS vertrouwen.
Het was een lastig proces, maar na een tijdje vond ik eindelijk het pad weer en begon ik langzaam mijn weg terug te vinden.
Langzaam begon de wind af te nemen, en de sneeuw viel niet meer zo hard.
De zichtbaarheid verbeterde een beetje en met die verbetering kwamen ook de herkenningspunten weer in zicht.
Toen ik uiteindelijk de Feldsee bereikte, voelde ik een enorme opluchting.
Er was nog iets meer dan een kilometer te gaan, waarvan een groot deel een stevige klim was.
Maar toen ik aan de voet van de laatste klim stond, zag ik voor het eerst andere mensen: een koppel dat rustig het pad afkwam.
Het was een vreemd gevoel om mensen tegen te komen.
Normaal gesproken liep ik het liefst alleen, maar nu voelde het anders.
Er stroomde geluk, blijdschap en zelfs een beetje emotie door me heen.
Ik wilde hen bijna omarmen en zeggen: "Ik ben hier, ik heb het gehaald."
De ogen net niet vochtig genoeg om een traan te laten rollen over mijn wang.
Eenmaal terug boven in het skigebied, na 24 km, was het opvallend stil.
De liften waren uitgeschakeld vanwege de storm en er was weinig tot geen activiteit.
Ik was doorweekt van de sneeuw die langzaam begon te ontdooien van mijn kleren.
Ik stapte de sportwinkel binnen, waar ik eerder in de zomer nog een gesprek had gehad met de eigenaresse.
Ze had toen verteld hoe moeilijk het voor haar was om de wintermaanden te overbruggen, gezien de beperkte activiteit.
(Een eerste keer landen, rusten, bekomen, verwerken van wat ik net meegemaakt had en dorge kledij)
Ze keek op toen ik binnenkwam, nat en moe, en ik vertelde haar wat ik net had doorgemaakt.
Was het duidelijk dat ze het niet verwacht had. "Jij bent de enige," zei ze lachend. "Jij hebt de storm overleefd."," zei ze.
En ik begreep haar wel, want ik was degene die het had gedaan.
Maar voor haar was dit seizoen misschien juist wel terug als vroeger.
Het was het winterseizoen waar ze mee had geworsteld, en ik had het overleefd.
Toen ik mijn tocht in gedachten overpeinsde, kon ik alleen maar positief zijn over de ervaring.
Wat die tocht voor me heeft betekend, wat ik geleerd heb, zal nog lange tijd invloed hebben op mijn verdere groei.
Het was een reis van vastberadenheid, van het overwinnen van de elementen, en van het begrijpen dat je niet altijd controle hebt over wat er gebeurt. Soms moet je eerst stil staan om dan gewoon doorgaan, zelfs als de storm om je heen raast.
Koen
Reactie plaatsen
Reacties
Prachtig, alsook de proza !
Mooi en spannend verhaal, zeer visueel geschreven 😀